Met behulp van een nagemaakte aardappel, voorzien van sensoren voor vocht, temperatuur en CO2,
willen agrarische ondernemers realtime de data over de bodemgesteldheid verzamelen en analyseren.
Vier studenten van de opleiding HBO-ICT van de Hanzehogeschool Groningen hebben zich in opdracht van 5Groningen, de voorloper van ICCS,
bezig gehouden met de ontwikkeling van de Smart Potato. De studenten ontwikkelden een Smart Potato die real time informatie vanuit de grond
verstuurd naar de server. De gebruiker, de boer in dit geval, kan daarbij informatie op een webapplicatie inzien.
De eerste sensoren voor de pilot Smart Potato zijn in januari 2017 geplaatst in de akkers van boer Pieter van Maldegem in Vierhuizen.
De eerste testen hebben moeten aantonen dat een vochtsensor bovengronds kan worden met het LoRaWAN netwerk, een netwerk voor lange afstand communicatie, van KPN.
Een aantal keer per etmaal werden de data via internet verzonden naar het informatieplatform van Dacom, een bedrijf dat ICT- en sensorapparatuur levert aan boeren. Nadat ze geanalyseerd zijn, weet de voer hoe het gaat met de groei van zijn aardappelen. Zo weet hij op welke plaatsen het eventueel nodig is om in te grijpen, bijvoorbeeld door met kunstmest te strooien.
Verschillende studenten van diverse opleidingen hebben gewerkt aan de (door)ontwikkeling van de Smart Potato.
Zo hielden HBO-ICT studenten zich in hun specialisatie Software Engineering bezig met een ICT-platform welke zij ontwikkeld hadden in samenwerking met boeren en 5Groningen. Op dit platform kunnen boeren realtime zien wat de status van de grond is. Studenten van de opleiding Sensor Technology hebben binnen het thema Internet of Things onderzoek gedaan naar het gebruik van sensoren in de Smart Potato. Studenten van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen kregen één opdracht mee, namelijk het bedenken van een concept/design hoe de slimme aardappel eruit zou moeten zien.
De betrokken partijen binnen het onderzoek/de pilt waren benieuwd of de LoRa-sensoren ‘ondergronds’ ook signaal af zouden geven
en dit was inderdaad het geval.